Blog Denemarken: we volgden de kajaktocht over de Skjern van dag tot dag
Onze kajakkers zijn terug! Benieuwd hoe hun sportieve week in Denemarken is verlopen? Lees hier alles terug.
Vrijdag 14 september:
De laatste etappe. We laten de kajaks te water in één van de meertjes die deel uitmaken van de delta van de Skjern. Begeleid door een flinke groep wilde zwanen zoeken we een weg door het riet om opnieuw bij de rivier zelf uit te komen. Links en rechts van ons stijgen zwanen op, met een machtig wieken van hun vleugels.
De rivier mondt langs meerdere vertakkingen uit in de Ringkøbing Fjord. Eindeloze rietvelden liggen voor ons. Buiten het geluid van vogels, het ruisen van riet en het gekabbel van golven, heerst hier een indrukwekkende stilte.
De laatste kilometers richting het Fjord. Het licht verandert en een zilte geur komt ons tegemoet. Nog vijf kilometer peddelen over het uitgestrekte Fjord, voor we het vissershaventje van Stauning binnen kunnen lopen. Het vraagt de nodige stuurmanskunst: de kajaks komen steeds dwars op de golven te liggen en het water slaat binnen. Maar inmiddels voelen we ons thuis op het water.
Donderdag 13 september:
Vandaag zijn we echt in de wetlands aangekomen, op een kilometer of 20 van Ringkøbing Fjord. Met trage lussen slingert de rivier zich door de drassige weides, op sommige plaatsen is de rivier 30 tot 40 meter breed. Water gaat over in grasland en omgekeerd. De stroming is nog altijd aanzienlijk.
Een kudde koeien draaft enthousiast met ons mee, tot ze niet meer verder kunnen, afbuigen en spetterend door de waterplassen gaan. Het Wilde Westen in het noorden van Europa. Een paar bochten later staan er weer koeien, in zwart-witte kleuren en diverse tinten bruin, loom op ons te wachten, hun poten in het water. Nederland in de 19e eeuw moet er zo hebben uitgezien. Jacob Maris zou hier zijn hart ophalen.
Voor ons uit gaat een kiekendief. Traag cirkelt hij vlak boven de weiden op zoek naar een gewillige prooi. Af en toe komen de kajakken samen en dan zwermen ze weer uiteen. Net genoeg tijd om de schoonheid van het landschap onder woorden te brengen.
Woensdag 12 september:
Vandaag een rustdag. Loom hijst iedereen zich, met stijve spieren, uit bed. Een luxe ontbijt van gebakken eieren met spek. Met enige tegenzin (en achterdocht) de bus in, we gaan naar een ‘Viking centrum’. Als dat maar niet te veel cultuur wordt.
Eenmaal binnen dromen we weg in de tijd van de Vikingen, die in Ribe (de oudste stad van Denemarken) een bloeiend centrum hadden, 700 jaar n. Chr. De huizen hebben lange rijen met slaapplekken, bedekt met dierenhuiden. In het midden brandt een behaaglijk vuur, de rook verdwijnt door een gat in het dak. Op deze wijze hebben mensen duizenden jaren lang hun huis ingericht.
Buiten wordt een jacht gedemonstreerd met een uil, een havik en een valk. Dit zou zo uit een film van Harry Potter kunnen komen. ’s Avonds op de weg terug naar het Ringfjord werpt wit licht lange schaduwen over het kustlandschap. Volgens mij zijn we ons allemaal, in stilte, alweer aan het voorbereiden op de tocht van morgen.
Dinsdag 11 september:
De laaghangende grijze bewolking en de natte weilanden waar de rivier zich doorheen slingert, vormen vandaag het decor, dat eindigt in een nevelige horizon. Ook dit is Denemarken – zelfs heel typisch Denemarken.
Na iedere bocht wacht wel een verrassing. Een kudde wilde paarden. Een kudde schapen op de vlucht. Even verder drijven we een familie zwanen op. Vader, moeder en maar liefst vijf jongen, nog in het grijs gehuld. Zoveel jongen heb ik nooit eerder bij een koppel zwanen gezien, zouden het betoverde koningszonen zijn? In dit decor, van Hans Christian Andersen, zijn sprookjes nooit ver weg. Kikkers en prinsessen, het lelijke eendje en de gouden bal, we maken het allemaal mee vandaag.
De wind wakkert aan, windkracht 5, pal tegen ons. De golven slaan hoog op, af en toe zelfs eentje in de boot. Het vraagt de nodige kracht en stuurmanskunst. We varen de aanlegplaats binnen, wederom een teamprestatie van jewelste.
Maandag 10 september:
Na de Tweede Wereldoorlog kwam de vooruitgang. De rivier werd rechtgetrokken: het regenwater zou sneller worden afgevoerd en de natte weiden rond de bochten kwamen vrij voor productieve landbouw. In 1968 had de maakbaarheid van de wereld, ook in Jutland, een hoogtepunt bereikt.
Maar opbrengsten vielen tegen. De landbouwgronden verstikten onder de hoeveelheid kunstmest. De rijkdom aan planten, dieren, vogels en vissen ging zienderogen achteruit. Na veel discussie in de jaren ’70 en ’80 werd in 1999 aan het herstel van de oorspronkelijke loop van de Skjern begonnen. In 2012 waren de bochten terug en ontstond er ruimte voor een schitterend natuurgebied.
Bocht na bocht peddelen we in hoog tempo de rivier af. Het heeft de laatste weken veel geregend, de stroming is indrukwekkend. Bij een boom die in de rivier hangt, blijft een kajak steken, een tweede en een derde. Alle drie slaan om. Met de nodige inspanning wordt iedereen veilig aan de kant gehesen. Alleen zijn enkele iPhones kopje onder gegaan. De telefoonvrije zone is in ere hersteld. Maakbaarheid kent zijn grenzen, dus soms helpt de natuur een handje.
Zondag 9 september:
Je merkt het direct als je vanuit Duitsland de Deense grens overgaat, van Schleswig-Holstein naar Jutland. Het licht is er anders en de lucht ook. Dat was 38 jaar geleden al zo, toen ik voor het eerst de grens overstak. Het valt me steeds weer op. Wit licht en frisse lucht, in een golvend landschap met gekleurde boerderijen.
Er is ook iets veranderd in drie decennia. De onschuld is eraf. Aan de grens hebben militairen een ‘roadblock’ ingericht, met een tent aan de zijkant. Alles wat vreemd is, wordt naar de kant van de weg gedirigeerd. De aanslagen van de afgelopen jaren hebben hun weerslag gehad op de Deense gastvrijheid.
Wij mogen doorrijden. Verder naar het noorden. Naar de Skjern, de rivier die het regenwater afvoert van het midden van Jutland naar Ringkøbing Fjord aan de Noordzee. Het doel van onze reis. We gaan een tocht maken van 90 km lang, in zes dagen tijd.
Zondagochtend aan het ontbijt. Brood, kaas, ham en chocopasta worden langs alle kanten doorgegeven. Op vakantie met Zeeuwse Gronden is altijd een beetje thuiskomen.